Onderzoek rol hulpverlening rondom dood Sarah
De Telegraaf bericht vandaag dat de gemeente Rotterdam opdracht heeft gegeven voor een onderzoek naar de rol van de hulpverlening voorafgaand aan de dood(slag), afgelopen december, van de Amerikaanse studente Sarah Papenheim (21) in Rotterdam.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door het zorgconsulaat, dat in Rotterdam in het leven is geroepen voor ingewikkelde zaken en vastgelopen casussen. Wat het zorgconsulaat precies gaat onderzoeken, wil de gemeente niet zeggen.
Eerder werd al bekend dat daags voor de moord op de psychologiestudente hulpverleners aan de deur hebben gestaan van verdachte Joël S. in Rotterdam. De geestelijke hulpverlening was ingeschakeld omdat het niet goed ging met de begenadigde contrabassist (23), die ervan wordt verdacht zijn flatgenote te hebben doodgestoken.
Hulpverleners stonden tot twee keer toe voor de deur van S. De eerste keer bleek de muzikant niet thuis te zijn, de tweede keer hebben ze hem kort gesproken. „Dit gesprek zou enkel via de intercom hebben plaatsgevonden. S. zou ontkend hebben dat er sprake was van enige problematiek en de hulpverleners zouden zich vervolgens weg hebben laten sturen”, zegt advocaat mr. Sébas Diekstra, die de familie van Sarah bijstaat. De familie denkt dat S. de Amerikaanse om het leven gebracht kan hebben omdat de hulpverlening was ingeschakeld. Sarah zou ook kort met de hulpverleners hebben gesproken, maar hen hebben weggestuurd omdat zij bang was dat S. zou denken dat zij hen had gebeld.
„De gemeente moet eindelijk eens uitleg geven”, stelt Diekstra.
(De Telegraaf)